Koning Blasiwir van Soppolonië houdt niet van regeren, dat laat hij liever over aan zijn Minister van Zeep en Sop Zaken. De majesteit houdt zich liever bezig met zijn passie: bellen blazen.
Het liefst zit hij op zijn troon in de keuken van zijn keukenmeid Lodalientje en blaast de mooiste bellen. Dat doet hij zo vaak dat de zeep in het land bijna op is. De minister stelt de koning voor dat hij gaat bezuinigen op alle soorten zeep, want het hele land moet toch schoon blijven, maar Blasiwir wil daarvan niet weten.

In het nabuurland Prutterije, waar het smerig maar ook heel gezellig is, regeert Koningin Viesuela.In feite is het haar Minister van Gewichtige Zaken die de staatszaken regelt. Viesuela doet aan krachtsport, zij gaat meedoen aan de W.K.Gewichtsheffen. Haar kamenierster Groezeltje is een groot bewonderaar en helpt haar bij haar dagelijkse trainingen.

De zeepbellen van Blaziwir waaien de grens over waar Span, de schildwacht van Prutterije, probeert ze tegen te houden. Hij rapporteert het gevaarlijke verschijnsel bij zijn Minister. De koningin heeft zelf geen tijd en stuurt haar onderdanen op een nachtelijke expeditie naar Soppolonië. Daar treffen ze in de paleiskeuken de gehamsterde voorraad zeep van Blaziwir aan en nemen die als buit mee.

Blaziwir is in paniek zonder zeep. De schildwacht Spic van Soppolonië heeft de daders gezien. De koning gaat met zijn onderdanen op tocht naar Prutterije. Daar hebben ze net de wonderlijke werking van zeep ontdekt en een plan gemaakt om Viesuela eens lekker te wassen, dan komt ze bij een wereld-kampioenschap helder op de foto. Een grote tobbe zeepsop wordt klaargemaakt. Dit wordt gezien door de spionerende Soppoloniërs.

Eerst wordt er hevig geruzied, maar onderhandelingen leiden tot een verdeling van de aanwezige zeep. Met vereende krachten wordt Viesuela tegen haar zin in het bad geworpen en geschrobd. Blaziwir is niet meer te houden bij al deze overdaad aan sop en spierballen en springt bij de andere majesteit in de tobbe om voor haar de mooiste bellen van de wereld te blazen.

En in beide landen leefden ze daarna nog lang, schoon, sterk en gelukkig.