toneelstukken
Hoge noot in Laagland
Kinder-/familietoneel
8 pers.
Titel: Hoge noot in Laagland
Auteur: Aris Bremer
Speelduur: ca 75 min.
Speelgroep: 8 personen
Decor: Weide met notenbomen, suggestie van verre bergen, diverse zetstukken
Uitgave: 2002, Vink onder nr 9248
tel 0725112407; info@toneeluitgeverijvink.nl
België: via Toneelfonds J. Janssens te Antwerpen
tel +32 (0)3 3664400 info@toneelfonds.be
Korte inhoud:
Laagland is een vruchtbaar gebied omringd door het dorre Hoogland. De Laaglanders leven van de oogsten van de notenbomen. Hun leven bestaat uit werken, eten en slapen. Spel en muziek zijn verboden, leegheid is taboe in Laagland. Aan het hoofd van het land staat Lord Lamido. Zijn dochter Freule Fado is opstandig, zij hoort wijsjes in haar hoofd maar mag die niet laten horen.
Het Hoogland wordt bestuurd door de jonge Hertog Herbert, Zijn volk, de Hooglanders, houden van geiten hoeden en muziek maken. Die geiten zijn verzot op noten, de beesten houden ware strooptochten in het Laagland. Daar worden ze gevangen en vastgezet door de Laaglandse Minster van Nootzaken. Logisch dat de spanningen tussen de twee landen hoog oplopen.
Herbert, verkleed als herder, daalt af naar het Laagland, op zoek naar de geiten. Daar ontmoet hij Fado en haar vriendin Mifa. Mifa vlucht en Herbert zingt Fado in slaap met een slaapliedje. Kort daarop wordt Herbert gearresteerd, voor straf moet hij de gevangen geiten verzorgen.
De nacht daarop gaat Fado naar de geitenstal. Herbert en Fado kunnen zeer goed met elkaar overweg. Hij vertelt haar over muziek en spel. Ze eten de heerlijke notenkaas die Herbert gemaakt heeft. Mifa heeft haar echter verraden. Op het moment dat ze de geiten wilden verlossen wordt het paar gesnapt. Herbert vertelt wie hij echt is en de Minister weet wel raad met zo’n belangrijke gevangene.
De Laaglanders ontdekken ook de smaak van de notenkaas. Die heerlijkheid kunnen ze zelf maken nu ze zowel noten als geiten hebben. De Minister gaat een geit melken, denkt hij, maar kiest een bok. De domme man wordt op de horens genomen. Herbert ontsnapt in de verwarring, met Fado en met de geiten.
De Lord is ontroostbaar, hij mist zijn dochter. De Minister wil zich echter wreken. Zijn leger, één man en één kanon, beschiet de Hooglanders met noten. Er ontstaat onenigheid tussen de Lord en de Minister. De laatste wil doorgaan met de vijandelijkheden, maar de Lord is bezorgd vanwege Fado. Hij wil vrede.
Van alle kanten klinkt dan muziek. Het zijn Herbert èn Fado, zij willen met de Laaglanders feest vieren. De notenregen in de bergen kwam de Hooglanders goed uit, met de geitenmelk konden ze zelf notenkaas maken. De Minister staat alleen, de anderen vieren feest!
personen:
Fado: Freule Fado is de speelse dochter van
Lord: Lord Lamido, heerser van het Laagland
Mifa: de jaloerse vriendin van Fado
Minister: van Nootzaken van Laagland, dominant en irritant
Solla de enige en vredige soldaat van Laagland
Dodo: jonge notenplukker m/v
Mimi: jonge notenplukker v/m
Herbert: knappe jonge Hertog van Hoogland