Rob Slager wordt gepest. Niet alleen vandaag of gisteren maar al heel lange tijd is de school een ramp voor hem. De grootste pestkop is Jeroen Koopmans die geen gelegenheid voorbij laat gaan om Rob het leven zuur te maken.
Ook thuis krijgt hij geen steun, zijn moeder heeft het te druk en zijn vader ergert zich aan zijn angstig gedrag. Zijn ervaringen vertrouwt hij toe aan zijn dagboek. Na nog weer een pestdag op school en nare reacties thuis besluit hij weg te lopen.

De nacht is echter bitter koud en tot overmaat van ramp verdwaalt hij ook nog. Rob schuilt in een vuilcontainer. Die morgen wordt hij daar halfbevroren aangetroffen en in het ziekenhuis opgenomen. Ondertussen is hij als vermist opgegeven.

Zijn moeder heeft in zijn dagboek gelezen hoe moeilijk Rob het heeft. Jeroen doet op het politiebureau aangifte van mishandeling van zijn moeder door zijn vader. Toevallig hoort hij daar over Rob en zijn dagboek. Hij beseft dat daarin nare dingen over hem staan en breekt in om het te stelen.

Dit loopt slecht voor hem af, hij komt daarbij ten val en komt ook in het ziekenhuis terecht.
Door deze crisissituatie worden alle betrokkenen geconfronteerd met de oorzaken en gevolgen van pesten en gepest worden. Gelukkig leidt het in dit geval tot meer begrip en inzicht. En gelukkig voor Rob komt hij er sterker uit, hij heeft geleerd hoe zich te verweren.