toneelstukken

Wie pikt het ei van de Kruismuis?

Kinder-/familiestuk

9 pers.

Titel: Wie pikt het ei van de Kruismuis?
Titel korte versie: In de grot van de Kruismuis
Auteur: Aris Bremer
Speelduur: ca 75 min. korte versie 60 min
Speelgroep: 9 personen
Decor: ondergrondse grot
Uitgave: Vink onder nr 2001
(korte versie nr, 6253)
tel 0725112407; info@toneeluitgeverijvink.nl
België:   via Toneelfonds J. Janssens  te Antwerpen
tel +32 (0)3 3664400  info@toneelfonds.be

Korte inhoud:

Dop terug van een tocht onder de grond vertelt van het avontuur wat ze daar beleefd heeft. Ze heeft het tot nu onbekende volk van de Kruismuizen ontdekt. De vraag is: zijn Kruismuizen dieren die op mensen lijken of is het juist andersom? Hun naam danken ze aan het feit dat elk exemplaar een kruis op de rug draagt, ieder in een eigen kleur. Ze planten zich voort door het leggen van eieren als ze nog jong zijn. Volwassen exemplaren leggen niet meer maar graven gangen en zorgen voor voedsel. Ze komen nooit boven de grond en vormen een speels en goedaardig volkje.

De jongste drie dollen met elkaar zolang er tenminste geen ei gelegd dient te worden. Dat is een uiterst serieuze en ook wel wat pijnlijke zaak. Zodra een ei gelegd is ontfermt de oude Toebah er zich over. Omdat hij niet veel anders doet dan slapen, is het zijn taak de eieren uit te broeden.

Sinds enige tijd hebben de Kruismuizen een groot probleem: iemand steelt hun eieren onder de slapende Toebah vandaan. Het is een groot raadsel wie de dader kan zijn, maar het volk wordt zo wel met uitsterven bedreigd. Er wordt daarom met spanning op Tikke en Krau gewacht, zij zijn op onderzoek uitgestuurd. Oele, Desie en Sep wachten al spelend en eieren leggend hun komst af.

Goedmoedig plagen zij hun buurman Eduard Fillipus Ratelrat. Dit heerschap bezoekt hen dagelijks naar hij beweert om Sus. de rode-kruismuis te consulteren vanwege zijn vele lichamelijke klachten. Het is een smoes, zijn bedoelingen zijn onzuiver naar later zal blijken.
Dop ontmoet op zijn zoektocht naar de Kruismuizen die Ratelrat als eerste. Hij stuurt haar vals de verkeerde kant op. Dop zou zijn gemene plannen kunnen dwarsbomen.

Die dag komen Tikke en Krau terug. Ze hebben wilde verhalen over een vreemd soort dieren dat boven de grond woont, de zogenaamde “mensen”. De wondere wereld waarin die wezens leven beschrijven ze als vreemd en lachwekkend. Maar zouden die “mensen” misschien de eierdieven zijn? Dan valt plots het licht weg en in het duister worden onder hun neus de pasgelegde eieren weggeroofd. Het vreedzame volkje moet nu wel in actie komen.

Dop daalt af in de grot van de Kruismuizen en wordt onmiddellijk als verdachte gevangen genomen. Echte agressie is het volkje echter vreemd en Dop weet hen van haar onschuld te overtuigen. Ze leert hen mensenspelletjes die van pas kunnen komen bij het betrappen van de echte eierdief.

Er wordt een slim plan bedacht met ballonnen als nepeieren. De eerst keer is de dief hen nog te vlug af maar ze weten dan wel dat buurman Ratelrat de schuldige is. Jaloers op het gezellige en groeiende volkje pikte hij als enige eenzame Ratelrat de eieren weg. Betrapt heeft hij zich nu in de grot naast hen opgesloten. Hoe kunnen ze de dief vangen en de gestolen eieren onbeschadigd terugkrijgen?

De rotswand tussen hen en de buurman kent echter ook dunne plekken en met vereende krachten lukt het die wand te kraken. De vermiste eieren rollen hun grot in en Ratelrat er achteraan. Hij wordt uiteraard stevig geboeid. De vraag is echter: zouden de eieren nog wel uit kunnen komen?

Ratelrat wordt gestraft: hij moet samen met Toebah ook eieren uitbroeden. Dan blijkt dat de eieren geen schade hebben ondervonden. Desies eitje komt vrijwel gelijk uit. Het jonge Kruismuizenleven ontroert zelfs Ratelrat. Hij laat zich opnemen door het goedmoedige volkje, krijgt ook een kruis op de rug en leeft verder bij hen als Kruisrat.

Dop moet wat verdrietig afscheid nemen, mensen wonen nu eenmaal bovengronds. De naam die het pasgeboren Kruismuisje krijgt maakt haar toch ook weer blij. Het heet “Dop’!

personen:

De Kruismuizen:
Toebah: de oudste en slaperigste, draagt grijs kruis
Krau: volwassen, humeurig, potig, zwart kruis
Tikke: volwassen, dik en goedig, blauw kruis
Sus: de verzorgende, rode-kruismuis
Oele: de schoonste met wit kruis
Desie: de zachtste en poezeligste, groen kruis
Sep: de meest speelse, jongste met geel kruis
Verder:
Ratelrat: de onbetrouwbare buurman in het zwart
Dop: mens en jong grottenonderzoeker

Share on facebook
Share on google
Share on twitter
Share on linkedin
Share on whatsapp
Share on email
Share on print