Argus Roest was na zijn 65e verjaardag veel liever door blijven werken! Als gepensioneerd assurantieverkoper ziet hij zijn toekomst als een zwart gat. Vrouw, kinderen en buren stellen hem allerlei tijdverdrijf voor, maar Argus spuwt zijn gal uit over al die opgedrongen nutteloze bezigheden. Alleen de aanwezigheid van Pluis, zijn oude kater in ruste, biedt hem troost.
Er is echter een lichtpuntje in dat zwarte gat: hij is wel zijn werk maar niet zijn vlotte babbel kwijt. Met behulp van die vaardigheid maakt hij laat en stormachtig carrière als absurd kunstschilder en daarna als politicus.
Beide carrières breekt hij zelf af als hij inziet dat bij hem de ware passie ontbreekt. Hij volgt dan het voorbeeld van Pluis en is niet meer in beweging te krijgen. Roest rust. Pas als Pluis een late hormonale opleving beleeft en bij de buren brand uitbreekt komt Argus weer in beweging. En hoe!
Deze plotselinge onstuimigheid is teveel geweest voor Argus. Eerst op zijn 66e verjaardag komt hij weer thuis, maar wel in een rolstoel.
Veel is dan veranderd, Pluis is dood, hij krijgt kleinkinderen op schoot, maar Argus Roes zou Argus Roest niet zijn als hij voor iedereen geen grote verrassing in petto had. ROEST IN RUSTE? Mooi niet!
Maar voor op de planken: “Roest in Ruste”? Mooi wel!