Joris Jorissen is het type middenstander die ondanks alle tegenslagen steeds weer met frisse ideeën aan een nieuwe zakelijke mislukking begint. Zijn dochter en winkelhulp Klaartje trekt door haar aanwezigheid meer aanbidders dan klanten in het zieltogende winkeltje in exotica en curiosa “Sint Joris” . Dit pandje huurt hij tegen een woekerprijs van zijn buurvrouwen, de tweeling Grizella en Vampira den Draak. Deze twee herbergiersters, die elkaars bloed wel kunnen drinken, doen hun achternaam eer aan: het zijn draken.Wonderlijk genoeg denkt Joris met “Drakenbloed” de markt te veroveren. Hij heeft dit bijzondere wondermiddel op de kop getikt bij Professor Q.Q.Quartel. Deze excentrieke dame heeft drakenonderzoek gedaan op de Bori Bori eilanden. Met de verkoop moet Joris eigenlijk wachten tot ook de bijsluiters klaar zijn.

Als de Joris die dag tegen een verkeerszuil rijdt en wat van het rode middel op het kale hoofd krijgt ontwikkelen de zaken zich in sneltreinvaart. De plaatselijke helderziende Moeke Matglas had het al lang aan zien komen, meldt ze altijd achteraf.
De stokdove Mina Lever van “Het Orgaan” doet verslag van het ongeval maar meldt in deze krant ook over de wonderlijke werkingen van het “Drakenbloed”. Zij is op slag van haar doofheid genezen! En Joris wordt aangenaam verrast door een plotselinge haargroei.

Ondertussen heeft Klaartje zoveel moeite om haar aanbidders van het lijf te houden dat deze ontwikkelingen haar eerst ontgaan. Mees Kaarsevet, het krijtwitte schoolhoofd, vraagt haar de moeder van zijn kinderen te worden. Tobbe van Wasdom, de winderige kandidaat-notaris, wil dat zij later in zijn familiegraf zal worden bijgezet. Zij voelt toch veel meer voor Simon Fontein. een onontdekt dichter. Simon is zo verlegen dat hij allen in allerlei vreemde vermommingen haar beeld op durft drinken.

De tweeling den Draak heeft wel snel de waarde van het “Drakenbloed” door. Zij leggen beslag op de flessen ter kwijting van de torenhoge huurschuld van Joris. Zij verdunnen het en schenken het voor heel veel geld op hun terrassen. Mees en Tobbe zijn hun eerste klanten. Zij verwachten door het gebruik hun kansen bij Klaartje te vergroten. Spijtig voor hen krijgen alleen de dames den Draak zin in de heren.

Het wondermiddel blijkt echter onbeheersbaar. Mina hoort spelden die niet eens vallen. Joris’ haargroei is onstuitbaar. Mees en Tobbe ervaren heel andere effecten dan ze verwacht hadden. En Grizella en Vampira veranderen langzamerhand in echte draken.
De drakenspecialist Q. wordt ingeschakeld. De Geest van Bori Bori doet zijn best. Een tropische bezweringdans wordt uitgevoerd maar het enige resultaat is een toenemende agressiviteit bij de twee draken.

Joris spiegelt zich dan aan zijn heilige naamgenoot. Al doet hij het dun in zijn broek, hij meent de moderne drakendoder te moeten spelen. Simon werpt zich op als zijn schildknaap. Gelukkig maar dat Klaartje de zwakke plek van deze draken weet: ze kunnen hun eigen bloed niet zien. Ze zorgt voor een primitieve schild voor elk. Als de draken zich dan op hen storten is dat de monsters fataal, er steken venijnige spijkers uit de schilden. De helden leven, de draken liggen dood op het plein. Eind goed, al goed.

Maar dan klinken toch weer twee scheldende stemmen…..